
Hooligan!
AlgemeenTerwijl Staatsbosbeheer wordt verdacht van de illegale kap van bomen in een bos op de Sallandse Heuvelrug, de Rijn en de Maas vol blijken te zitten met gevaarlijke stoffen die de kwaliteit van het drinkwater aantasten, onderzoekers van de Wageningse universiteit waarschuwen voor een muggenplaag en er mot is in de Dierenpartij, moet deze jongen het nog even hebben over die magische avond in De Grolsch Veste.
De kampioensploeg van 2010 staat weer op het veld! Met Blaise N’Kufo! Koefoe stond niet bij de opstellingen maar is er wel degelijk. Bryan Ruiz ook, ook al zo’n legende. Als we vorig seizoen een Bryan Ruiz hadden gehad dan hadden we tot het eind meegedaan om het kampioenschap, zeg ik al een tijdje.
Het is de afscheidswedstrijd van Obladi Oblada Woutje Brama. Ik ben 37 en ik krijg al een standbeeld zegt ie verbijsterd. Stief Muklerrun is er ook. He is the glue in the team zegt Stief. So intelligent, a hard worker. Every team needs a Wout Brama. Daar zit geen woord Frans bij.
De Clint Eastwood van Enschede noemt Sonna Krom Onze Nummer 6 die een schilderij van haar krijgt. Een zangeres zingt Onze Held hartelijk toe, maar hoe ze heet wordt niet uit de doeken gedaan of ik heb het vanwege de emoties gemist.
Ja, deze jongen heeft regelmatig vochtige ogen. Het is mooi om te zien hoe Peter Wisgerhof en Douglas nog steeds hun mannetje staan. Ruiz dartelt nog steeds. En als de heren Streuer en Bruggink nog versterking zoeken, dan zou ik zeggen van haal Karim El Ahmadi op. En Nacer Chadli voor het laatste kwartier op linksbuiten zou ook niet verkeerd zijn.
Vergeet ik Jeroen Heubach. Hooligan! Die schopt bijna Ricky van Wolfswinkel doormidden. Gelukkig is het bijna. Ricky kan zondag gewoon een paar doelpunten maken tegen Ajax. Dankzij Heubach is hij scherp. Tot slot het spandoek van Vak P: prachtig! Maar weer met een scheur erin op dezelfde plek als de vorige keer. Kennen ze in Vak P dat gezegde niet van die ezel…
Hans Assink schrijft al jaren via Tekstbureau Piet (assink@home.nl). En zo’n magische avond gebeurt nooit weer.
Column Hans Assink