Afbeelding
Foto:

In Los Hoes schrijft Annie Makkink over taal, tekens en Tukkers, op alfabet. Deze week de letter e. Jan Jutte maakte de illustratie.

5. Een echte vent                                                                                

Een echte vent uit Enschede
ging elke dag uit vissen.
Elf emmers nam hij mee.
Niet één kon hij er missen.


Hij had een prima plekje
in Enter aan de Regge.
Met warme chocolademelk
en Twentse krentenwegge.


Op een dag zwiepte zijn hengel te ver.
De haak bleef ergens hangen.
Er ging een scheut door zijn elleboog.
De vent had zichzelf gevangen!


De lijn zat om zijn enkels.
De haak zat in zijn arm.
Hij kon geen kant meer op,
kreeg het ontzettend warm.
Help ! Hellup !!!


Op de poasboake in Espelo,
zat een ekster, hoog en droog.
Hij schrok van die enge geluiden
en kreeg de visser in het oog.


Bliksemsnel vloog hij naar Enter.
Sneller nog dan het geluid.
Knipperend met zijn eksterogen
pikte hij de haak eruit.


Een ekster en een echte vent
gaan elke week uit vissen.
De ekster telt de emmers.
Niet één kan hij er missen.


Ze zitten met z’n tweetjes,
in Enter aan de Regge.
De ekster pikt zorgvuldig
de krenten uit de wegge.


Dat vindt hij heel gewoon.
’t Is zijn verdiende loon.

----

* Enschede. Drie keer de letter e en elke keer klinkt hij anders. Beetje vreemd. Op 't eind de ee die blijven altijd met z’n twee, maar niet bij Enschede. Waarom niet? Laat maar. We zeggen gewoon Eanske en alle problemen zijn opgelost