Positieve jaarrekening, maar negatieve trend zet door
ENSCHEDE - De gemeente heeft 2020 met een positief resultaat op de jaarrekening afgesloten. Maar hiermee zijn de financiële zorgen van de gemeente nog lang niet weggenomen.
De gemeente hield afgelopen jaar 10 miljoen euro over op de jaarrekening. Onder meer door het uitstellen van activiteiten en minder bestedingen. Ook eenmalige meevallers en positieve economische ontwikkelingen droegen hier aan bij. Enschede staat echter voor grote uitdagingen op zowel korte als langere termijn. De pandemie heeft een grote impact op de samenleving wat veel extra kosten opleverde op veel fronten. Toch toonde Enschede zich als samenleving ook van zijn meest veerkrachtige kant, iets waar ook het gemeentebestuur een grote waardering voor heeft.
Strak sturen
"Strakke sturing op de financiële situatie blijft nodig, omdat het budget van het Rijk voor uitvoering van taken nog altijd onvoldoende is. Daardoor leggen we structureel als gemeente nog steeds geld bij uit eigen middelen”, vertelt June Nods, wethouder financiën. "We verwachten de komende jaren nog steeds tekorten op de begroting. We hebben nog altijd te maken met onvoldoende financiële middelen van het Rijk om de taken op het gebied van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning te kunnen betalen.” Rapporten van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en het onderzoek van AEF in opdracht van het Rijk en de VNG bevestigen dit beeld. Het tekort op de uitgaven voor de jeugdzorg was voor gemeenten in 2019 zo'n 1,7 miljard euro, aldus het onderzoek van AEF.
Reserves aanvullen
Hoewel in de begroting 2020 nog een tekort was voorzien van 14 miljoen euro, sluit de gemeente Enschede het jaar af met een voordelig resultaat van 10,1 miljoen euro. Door het positieve jaarresultaat 2020 neemt de algemene reserve van de gemeente toe tot 86,7 miljoen euro. De algemene reserve is daarmee ten opzichte van 2019 toegenomen met 22,2 miljoen euro. Dit is belangrijk om de toekomstige tekorten en eventuele tegenvallers goed op te kunnen vangen zonder directe noodzaak voor bezuinigingen.