Afbeelding
Foto:

Terug

Tot mijn twaalfde had ik geen idee van vakantie. Het dorp was mijn wereld en daarin was geen ruimte voor vakantie. Natuurlijk hadden we soms geen school, maar daarom hoefde je nog niet weg te gaan. Sterker, we konden niet weg, want we hadden een boerderij. Koeien moesten gemolken worden, gras gemaaid, hooi geoogst. Het vervelendste was dat de rest van de wereld vrij was en dus langs kwam. Neven en nichtjes die rond het IJsselmeer fietsten en daarbij een omweg over Lutjegast maakten. Ze hadden toch alle tijd, want ze hadden vakantie. Een familie uit Den Haag hielp altijd met hooien. Hij had een groothandel in onder meer linoleum-sportvloeren. Ik geloof dat hij genoot van de blinde gehoorzaamheid van onze Friese merrie.


Later heb ik trouwens de vakantieschade ingehaald en heb weken door steden als Kampen, Middelburg, maar ook Parijs gezworven. Ik was volgens mij niet veeleisend. Op de afgesproken tijden kwam ik eten op mijn logeeradres en daarna fietste ik weer weg. Al gauw werden de grote vakanties, werkvakanties. Ik heb als student in diverse gezondheidsinstellingen gewerkt in de Randstad; een vriend van mij werkte daar en regelde vakantiewerk voor mij.


En nog voel ik mij geen echte vakantieganger of toerist. Bij vakantie denk ik aan de kinderen, die in Frankrijk ontdekken hoe lekker een croissantje met chocola is ‘s morgensvroeg, of gestoofde kip in Franse kaas, of die je meenemen naar stieren vechten (“Nu weten we waar we tegen zijn.”) Vakantie heb je met de kinderen, met zijn beiden ga je meer op pad. Om maar te zwijgen over vliegreizen. Het was verroeste gemakkelijk om van Twente te kunnen vertrekken naar de mooiste vakantieoorden, maar dat kan ook niet meer. Je moet zoveel regelen, voordat je nu weg kunt. Onze oudste dochter zit vast in Myanmar. Langzaam kan er weer gevlogen worden uit dat land, maar 1 keer weg, kom je er bijna niet weer in. Maar onze oudste dochter, wil haar zwangere zusje in het echt zien, maar dat kan niet. Ze loopt het risico dat ze in quarantaine moet en komt daarna het land niet meer in. Het beeldbellen is een prachtige uitkomst.


Het is misschien ook wel eens goed na te denken over onze reisdrift, die in elk geval verspreiding van virussen bevordert. Een weekje Kampen is ook leuk. Of Middelburg. Als je daar niet vindt wat je zoekt, vind je het ook niet in Timboektoe.


Jan Visser