Afbeelding
Foto:

Avondklok

De buurjongen kwam bij ons. Je merkt het aan hem, hij is uit zijn doen. “Wat is er?”, vroeg ik hem. “Het duurt mij te lang.”, zegt hij, “Je kunt nergens heen. De mensen verwachtten dat ze na enkele weken “back in business” zouden zijn. En dat is niet zo.


Oma is ook anders; het is net of ze gevoelens herkent van 75 jaar geleden, de Tweede Wereldoorlog


Elke avonds eet ze in bed nog een boterham met een glas melk. Ze vertelt dan veel en vraagt ons ook veel. Op dit ogenblik uiteraard veel over de Tweede Wereldoorlog. Zuidoost Drenthe grenst aan Duitsland en bij de Duitse inval in mei 1940 is aan de grens nauwelijks gevochten. Toen de Duitsers werden ontdekt stonden ze al kilometers aan de voor ons verkeerde zijde van de grens. Midden- en West-Nederland werden wakker van de Duitse vliegtuigen en bombardementen. Er is een boek over de Tweede Wereldoorlog dat “Doar komt de Pruus” heet. En zo was het. Jaren voor de oorlog verhuisden Duitsers naar de grensstreek, om de omgeving en de bewoners aan beide zijden van de grens te verkennen. De inval 80 jaar geleden was goed voorbereid.


“Vergeleken met het Westen, hebben wij daar niet zoveel onder geleden”, zegt schoonmama. “Wanneer ben je geboren?”, vraag ik haar, meteen even haar geheugen testend. Nou dat valt mee. “1925.”, zegt ze met enige trots. “Dat betekent dat je 15 jaar bij de Duitse inval was en 20 bij de bevrijding.”, antwoord ik, “Je bent in de oorlog een vrouw geworden. Van bakvis tot een volwassen vrouw.” Zo had ze het nog niet bekeken. “Had je in de oorlog al verkering met pa?”, vraag ik haar. “Ja.”, zegt ze, “Die heeft wel de oorlog gemerkt. “Hij heeft van een Duitse soldaat na 2 dagen staan een trap onder zijn kont gekregen”. ”Waarom?“, vraag ik haar. Daar komt niet echt een antwoord op. Ik weet dat het was omdat hij nog buiten was, terwijl de avondklok gold. Hij was in ieder geval naar mijn schoonmoeder geweest, opgepakt en verhoord. Veel wilde hij er nooit over zeggen, wel dat de soldaten slecht gehumeurd waren. Schoonpa heeft er een bloedhekel aan onze Duitse buren aan overgehouden. Ze glimlacht een beetje. “Weltrusten.”, zegt ze.


Je hoeft niet altijd alles te vertellen. Zeker niet aan je schoonzoon.


Jan Visser