Column: Slapend dienstverband
ENSCHEDE - Na 2 jaar ziekte ontvangt de werknemer geen loon meer, maar de werkgever beëindigt het dienstverband niet, want dan is hij de beëindigingsvergoeding verschuldigd. Feitelijk gebeurt er niets meer; het slapende dienstverband.
Is de werkgever nu wel of niet verplicht om het dienstverband te beëindigen? De Hoge Raad heeft gesproken. Volgens de Hoge Raad wil de wetgever af van het fenomeen slapende dienstverbanden. Het argument dat werkgevers op hoge kosten worden gejaagd gaat niet meer op, vanwege de Wet compensatie transitievergoeding (WCT) die volgend jaar april van kracht gaat. Werkgevers worden dan gecompenseerd voor de transitievergoeding; zelfs met terugwerkende kracht tot aan juli 2015. De eis van goed werkgeverschap brengt volgens de Hoge Raad mee dat een werkgever het dienstverband niet in stand mag houden, alléén om onder betaling van de vergoeding uit te komen. De Hoge Raad is, slim als hij is, ook meteen een aantal discussies voor:
1. de volledige transitievergoeding is verschuldigd, ook als de werkgever op basis van de WCT, niet volledig zou worden gecompenseerd;
2. de beëindigingsvergoeding is niet hoger dan de vergoeding die de werkgever kwijt zou zijn geweest als hij meteen tot beëindiging was overgegaan;
3. er hoeft niet beëindigd te worden als de werkgever belang heeft bij instandhouding van het dienstverband (bijvoorbeeld als sprake is van reële re-integratiemogelijkheden);
4. de omstandigheid dat de werknemer zijn pensioengerechtigde leeftijd weldra zal bereiken, levert geen gerechtvaardigd belang voor de werkgever op. Er zullen nu massaal verzoeken richting de werkgever gaan om het dienstverband alsnog te beëindigen (en de transitievergoeding te betalen). Werk aan de winkel dus. Werkgevers én werknemers...wakker worden!
RP Advocatuur
Corina van Assen is mede-eigenaar van RP Advocatuur in Enschede. Zij behandelt zaken op het gebied van arbeidsrecht, contractenrecht en letselschade. Daarnaast is zij werkzaam als tekstschrijver. Voor Hart van Enschede verzorgt zij de maandelijkse column Vrijspraak in de Hart-kranten.