Afbeelding
Foto:

Onderwijs

Ik heb nogal een zwerftocht gemaakt door het Nederlands onderwijsstelsel. Het begon in elk geval met de kleuterschool, waar ik net te oud voor was. Lutjegast kreeg na mij een kleuterschool en omdat ik dan maar een paar maanden op deze school door zou brengen, hoefde ik niet naar de kleuterschool, maar mocht zo nu en dan meedraaien met de eerste klas van de lagere school. Volgens mij bracht dat gemengde gevoelens met zich mee; ik werd afgewezen voor de ene school, maar mocht ter compensatie zo nu en dan naar de "grote" school.

Die dubbelzinnigheid bleef me achtervolgen besef ik nu. Ik wilde na de lagere school naar de hbs in Groningen, maar zou de enige uit het dorp zijn geweest en ik ging naar de mulo in Grootegast. Na de mulo (ulo zeiden wij) ging ik alsnog naar de laatste hbs-klas, een zogenaamde veegklas, want de hbs werd na ons opgeheven. Mij werd aangeraden naar de nieuwe havo te gaan. Heb ik met mijn stomme kop gedaan, zou na de havo naar de lerarenopleiding, maar werd uitgeloot, ging naar het atheneum en kon daarna geschiedenis studeren, want ik slaagde met vier achten en drie zevens en hoefde niet te loten. Maar ik wou geen leraar worden, kon een baan bij het Nieuwsblad van het Noorden krijgen. Heb ik gedaan en ben later (vooral door het doorzettingsvermogen van Margriet) de avondstudie rechten gaan doen aan de Rijksuniversiteit in Groningen en heb, louter omdat ik dat graag wilde, ook politicologie gestudeerd aan de VU in Amsterdam.

Mijn ouders lieten mij mijn gang gaan. "Daar hebben wij geen verstand van, dat beslis jij maar, maar als je niet studeert ga je werken." Deze houding heeft mij erg geholpen; ik voelde de verantwoordelijkheid en werd steeds zelfstandiger. In de vakanties ging ik werken en ook daar leer je van en van het geld kocht ik een goeie geluidsinstallatie en lp's. Voor mij betekende het doorlopen van dit onderwijsdoolhof een gigantische ontdekkingsreis, waarbij ik niet alleen op school iets opstak. Ik heb het doolhof nodig gehad om mijzelf te ontwikkelen. Want 1 ding was ik wel; leergierig en dat ben ik nog. Op mijn lippen ligt altijd de vraag "waarom?" en ik weet dat vragen en twijfel de motor zijn van kennis en wetenschap. Bestuurders willen rust, journalisten willen openheid en burgers willen zekerheden. En alle drie krijgen ze waar ze recht op hebben. Want de waarheid dames en heren, is dat domheid, luiheid en opportunisme hoogtij vieren. Erasmus noemt het zotheid. Lof der zotheid heet zijn bekendste boek. De enige die de waarheid spreekt is de zot, de nar. Maar wie neemt nou een nar serieus? Niemand toch?