Afbeelding
Foto:

Feest

Afgelopen maandag (12/11/18) werd de Begroting 2019 behandeld in de gemeenteraad van Enschede. De officiële benaming is Programmabegroting 2019, meerjarenraming 2020-2022, maar dat zijn nogal wat woorden. Het boekwerk dat behoorlijk dik is met 193 pagina's is geheel anders van opzet dan de vorige, die van dit jaar. Subsidies op hetzelfde beleidsterrein worden op één hoop gegooid en daar wordt een etiketje op geplakt en dan ben het overzicht kwijt, want de naam is anders en het bedrag is anders. Controlemogelijkheid is nihil. De vaststelling van de begroting voor de komende drie jaar hoort een feest van de democratie te zijn. De raad mag een oordeel geven over alle onderdelen van het gemeentebeleid en maakt daarbij gebruik van haar recht de financiën vast te stellen, het zogenaamde budgetrecht. Als een raadslid of een fractie iets wil realiseren, is dit het juiste moment om een amendement (een tekstwijziging in een voorstel) of motie (een nieuw voorstel) in te dienen. En dan moet je steun verwerven van andere raadsfracties, die hun eigen ideeén hebben en daarvoor ook steun zoeken. Juist ja, democratie is een koehandel. Terug naar het feest van de democratie. Het was het hoogtepunt van het jaar, waar in Groningen een etentje met de pers aan werd gekoppeld. Dat gebeurde na de eerste termijn, de fractievoorzitters hadden dan hun algemene beschouwingen voorgelezen en het college trok zich terug in de collegekamer om een reaktie te formuleren. Dat hadden de ambtenaren in het weekend al gedaan, want de teksten waren vrijdags al verspreid, maar tijdens de lunch werden de teksten in het complete college besproken. De pers had de teksten van de fracties ook al en dus was er tijd voor het jaarlijkse etentje van persvoorlichters en journalisten, meestal stamppot maar soms sjieker. Ik herinner mij een persetentje in een restaurant bij de oude brandweerkazerne aan het Zuiderdiep, waar we hazepeper kregen geserveerd. Het was gezellig, maar om twee uur moesten we terug zijn. Nu werkte er bij Voorlichting in de Stad een oude rot in het vak, Dick Monning, weduwnaar, mantelzorger voor zijn schoonmoeder. Soms, als hij in een goeie bui was, was het tijd voor een bijzondere dag en rookte hij een sigaret. "We maken er een bijzondere dag van.", zei hij dan, " Alie, mag ik een sigaret van jou?" We liepen via de Herestraat terug naar het Stadhuis. Op de Grote Markt waren we meneer Monning kwijt, maar we moesten aan de slag met de tweede termijn en de moties en amendementen, etc. Na een uurtje dook Monning op in het stadhuis; hij was naar Bommen Berend geweest voor een broodje gehaktbal, want hij had zo'n honger. Toen was de jaarlijkse begrotingsvergadering iets bijzonders. Wij hebben eens het voorstel gedaan de eerste termijn van de raad over te slaan, want in de praktijk was dat het voorlezen van een tekst, die iedereen al kende. En toch wilden de bestuurders dat niet. Het voorlezen had iets feestelijks, iets plechtigs, altijd rond de Kerst, meestal donker, soms sneeuw. En na de begroting ging de stekker eruit, figuurlijk dan. Goed idee, dat etentje met de pers. Maar het kan ook een uurtje bowlen zijn, met patat en een hamburger.