Meer voorschoolse educatie moet achterstand verhelpen
ENSCHEDE - Goed mee kunnen komen op een fijne school is een belangrijke basis voor de toekomst van je kind. Maar er zijn kinderen die door uiteenlopende redenen risico lopen of al concreet een achterstand hebben wanneer ze naar school gaan. Om dit tegen te gaan beginnen drie Enschedese peuterspeelzalen met een proef voor verruimde voorschoolse educatie.
Bij voorschoolse educatie kunnen kinderen al op speelse wijze beginnen met leren. Dit moet er dan voor zorgen dat ze bijvoorbeeld een beginnende taalachterstand weg kunnen werken, waardoor ze op het reguliere onderwijs goed aan de slag kunnen. Taalachterstanden kunnen erg problematisch zijn, aangezien een kind met een slechte taalbeheersing ook niet goed mee zal kunnen komen op het basisonderwijs. Kinderen met een indicatie voor voorschoolse educatie kunnen nu tien uur per week gebruik maken van deze dienst. Dit gaat bij drie peuterspeelzalen komen jaar omhoog naar 16 uur per week. Het gaat dan om Kleine Dolfijn, De Zuidsprong en Dikkertje Dap. De achterliggende organisaties anticiperen hiermee ook al op de verwachte landelijke ontwikkeling dat het kabinet deze voorschoolse educatie wil verruimen van 10 naar 16 uur in 2020. Door de hoeveelheid uren te verruimen kunnen de peuterspeelzalen nog een passender aanbod doen om kinderen zo goed mogelijk te helpen. Met de pilot krijgen de peuters geleidelijk aan de kans om te wennen aan meer dagdelen per week.
Geen hogere bijdrage
De verruiming van deze uren heeft voor ouders op dit moment nog geen gevolgen. Gedurende de pilot is er dan ook geen verhoging van de eigen bijdrage; ouders kunnen zonder extra kosten deelnemen. De extra kosten worden gesubsidieerd vanuit het bestaande potje voor onderwijsachterstanden. Wethouder Eelco Eerenberg van onderwijs verwacht dat kinderen in Enschede zo zo goed mogelijk op kunnen groeien.