Onderhandelingen

Zo'n onderhandeling over een nieuw college gaat de deelnemers niet in de kouwe kleren zitten. De vijf delegaties zijn in de laatste fase beland. De vertegenwoordigers van de overgebleven partijen (BBE, CU, VVD, PvdA en D66) komen op onregelmatige tijden, vooral zaterdagmorgens, gedurende al meer dan 13 weken bij elkaar en dan komen ook andere processen om de hoek kijken. Irritaties bijvoorbeeld, wanneer hetzelfde onderwerp voor de zoveelste keer aan de orde komt en uiteindelijk komt er een onverschilligheid over je heen. Je bent ook maar een mens en je kunt niet altijd scherp zijn. Terwijl dat wel moet. Den Uyl was daar een meester in. Doorpraten tot diep in de nacht, totdat alleen hij nog wist waar het overging en dan vervolgens een beslissing doordrukken. Het risico is dat je denkt dat er een beslissing is genomen, maar voor hetzelfde geld beginnen de onderhandelingen de volgende dag opnieuw over hetzelfde onderwerp. Kwaad weglopen kun je één keer doen, misschien twee keer, maar drie keer betekent het einde van jouw deelname aan de gesprekken. De onderhandelaars liggen onder vuur. Diverse organisaties en collega's zien hun kans schoon en steken onderwerpen in. Als er steeds nieuwe onderwerpen komen en er worden geen oude onderwerpen opgelost, dan kun je vergaderen tot je een ons weegt. De leider van de onderhandelingen zal op een gegeven moment geen nieuwe onderwerpen meer toelaten. Wie leidt trouwens de bijeenkomsten? Dat wil wel eens veranderen gedurende het proces. Ook de thuissituatie gaat een rol spelen. ("Pa, ga je zaterdag mee naar het voetballen?"). En de vermoeidheid speelt een rol. Die gaat niet meer weg met één morgen uitslapen. Zo blijven de komende weken hectisch en het klinkt raar, maar er kan nog van alles misgaan. De verwachting is dat de partijen deze of volgende week een akkoord kunnen sluiten. Er is ook een aantal neveneffecten buiten het onderhandelingsproces. Partijen zijn beschadigd omdat ze bijvoorbeeld niet uitgenodigd zijn voor de onderhandelingen en er wel op gerekend hadden. Zo is de SP voor de tweede achtereenvolgende keer gepasseerd bij de collegevorming. Andere partijen zijn intern verdeeld door de strijd om het kandidaatschap voor wethouder. Ik moet toegeven dat ik het knap vind dat de PvdA-leden mochten kiezen tussen twee kandidaten. De laatste keer was vier jaar geleden en ging over de plek op de kandidatenlijst voor de raadsverkiezingen van 2014. De stemming over de kandidaten verdeelde de ledenvergadering tot in de kern. De plaatselijke afdeling had er grote moeite mee en het leidde tot vele opzeggingen, onder meer van beoogd lijstrekker Laurens van Lier, die de laatste tijd veel gezien wordt binnen D66 kringen. Vorige week stelde iemand de vraag, hoe het mogelijk is dat binnen een half jaar de nieuwbakken wethouder Italiaanse schoenen draagt. Eigenlijk is de vraag:"Waarom wil men zo graag wethouder worden?" Het juiste antwoord is politiek van aard te zijn en wijst op betrokkenheid met je portefeuille en het gericht bezig zijn met de verbetering van de positie van zij die afhankelijk zijn van anderen. In werkelijkheid willen politici zo graag en dat heeft met status en macht te maken. Maar het is en blijft een hondenbaan, waar velen een moord voor zouden doen.