Percossa sterk in fysiek muziektheater

Zet vier drummers in een afgesloten ruimte en wat gebeurt er dan? Het is het uitgangspunt van de voorstelling ‘Let me in Let me out’ van Percossa. “Het is fysiek muziektheater, zonder tekst’’, zegt Eric Robillard van Percossa. Op donderdag 14 april in het Muziekcentrum.

Enschede – Percossa bestaat al dertig jaar. Janwillem van der Poll is ‘nagenoeg de oprichter’,, vertelt Eric Robillard. “Maar René Spierings is de eigenlijke oprichter. Die heeft er voor gezorgd dat het van straattheater een avondvullende voorstelling in het theater is geworden.’’

Robillard zit alweer sinds 2004 bij Percossa. Ze hebben al opgetreden in Duitsland, Frankrijk, het Oostblok en zelfs Taiwan. Corona en de lockdowns gooiden flink wat roet in het eten, maar nu zijn er weer optredens. Van ‘Let me in Let me out’ hadden ze er al 27 op de speellijst staan, maar er gingen er maar tien door. “Afgelopen vrijdag was Eindhoven de eerste weer sinds tweeënhalve week’’, vertelt Robillard. “Er is ontzettend veel geannuleerd vanwege corona. Steeds was er een ander met corona. Het ging maar door.’’

De voorstelling is er eentje zonder tekst. “Tekst blijkt niet nodig te zijn’’, zegt Robillard. “We zeggen wel eens wat tegen het publiek, maar we hebben geen tekst. Daarom kunnen we het ook makkelijk in het buitenland spelen. Het is voor alle leeftijden. Het is fysiek muziektheater, met veel slagwerk. We slaan op alles waar je op kunt slaan: drums, marimba’s, xylofoon, maar ook op het eigen lichaam, het decor, flessen, op alles wat maar geluid maakt.’’

Naast Robillard en Van der Poll bestaat Percossa uit Freek Koopmans en Frans Kemna. Hun geuzennaam is ‘Rebels of Rhythm’. De voorstelling is zo goed als af, stelt Robillard. “Maar we zitten nog wel in het maakproces, de puntjes op de i zetten we nog, maar daar merkt het het publiek niks van.’’

Uitgangspunt van de show is vier drummers die opgesloten zitten in een te kleine ruimte. “Door corona heeft iedereen die een voorstelling moest maken heel veel tijd gehad om erover te praten. Bij ons ontstond het idee hoe het zou zijn als iemand uit de pas zou lopen. Iemand die iets anders wil doen, dat zijn we gaan onderzoeken. Wat als er iemand is die zegt van ‘ik ga linksaf in plaats van rechts’. Hoe ie dat doet en of de anderen meegaan. Het klinkt zwaar, maar het is wel de oorsprong: iemand die uit de pas wil lopen. Dat zie je in de voorstelling. Je krijgt hilarische scènes. Er zit veel humor in. Het is heel erg muzikaal én fysiek. We brengen ook bekende nummers, maar daar doen we iets raars mee. Als bezoeker word je zeker verrast.’’

De regie is in handen van Jochem Stavenuiter. Marijn van de Jagt doet de dramaturgie. 

Robillard begon ooit met een pannendeksel, moeders wasrek en vier porseleinen vazen. Meer had hij niet nodig voor zijn eerste drumstel. Daarna volgde hij pianolessen en speelde hij gitaar, Aan het conservatorium rondde hij de studies Schoolmuziek en Klassiek Slagwerk met succes af.